Wat is sensorische integratie?
Sensorische integratie verwijst naar het vermogen van het zenuwstelsel om informatie van verschillende zintuigen (zoals zien, horen, tast, smaak en geur) te ontvangen, te verwerken en te organiseren, zodat een adequaat en gecoördineerd gedrag kan plaatsvinden.
Dit is een neurologisch proces dat ons in staat stelt om effectief te reageren op de omgeving. Wanneer sensorische integratie optimaal werkt, kunnen mensen gemakkelijk informatie van hun zintuigen verwerken en gebruiken om soepel te bewegen, te leren en om te communiceren.
Kinderen & sensorische integratie
Kinderen zijn volop in ontwikkeling en dit geldt ook voor sensorische integratie. Het kan voorkomen dat kinderen problemen hebben met sensorische integratie. Dit kan zich uiten in verschillende vormen, zoals overgevoeligheid of onder gevoeligheid voor sensorische prikkels, moeite met concentratie, coördinatieproblemen, emotionele reacties en moeilijkheden bij het uitvoeren van alledaagse taken. Bij kinderen speelt sensorische integratie een cruciale rol in de ontwikkeling van verschillende vaardigheden, waaronder motorische, cognitieve en sociale vaardigheden. Kinderen leren en verkennen de wereld om hen heen door middel van hun zintuigen, en een effectieve sensorische integratie is essentieel voor een gezonde ontwikkeling. Hiernaast staan enkele aspecten van sensorische integratie bij kinderen.
Sensorische integratie is nauw verbonden met de ontwikkeling van de motorische vaardigheden van kinderen. Het vermogen om sensorische informatie te verwerken en te integreren, helpt bij het coördineren van bewegingen, evenwicht, en de ontwikkeling van fijne en grove motoriek.
Kinderen worden voortdurend blootgesteld aan verschillende sensorische prikkels, zoals aanraking, geluid, geur, smaak en visuele stimuli. Het vermogen van een kind om deze prikkels op een georganiseerde manier te verwerken, beïnvloedt zijn gedrag en reacties op de omgeving.
Een goede sensorische integratie draagt bij aan het vermogen van een kind om zich te concentreren en aandachtig te zijn. Kinderen met problemen in sensorische verwerking kunnen moeite hebben met het filteren van irrelevante prikkels en kunnen daardoor sneller afgeleid raken.
Kinderen leren ook zelfregulatie door middel van sensorische integratie. Dit betekent dat ze leren hoe ze hun emoties kunnen beheersen en reageren op verschillende situaties op basis van sensorische input.
Een goed functionerende sensorische integratie speelt een rol in sociale interacties. Kinderen moeten in staat zijn om de signalen van anderen adequaat waar te nemen en erop te reageren. Problemen met sensorische integratie kunnen leiden tot moeilijkheden in sociale situaties.
Specialistische Ondersteuning
Sommige kinderen kunnen uitdagingen ervaren met sensorische integratie, wat kan resulteren in sensorische verwerkingsstoornissen. Deze stoornissen kunnen invloed hebben op het dagelijks functioneren van het kind. Een sensorisch integratiespecialist kan interventies en activiteiten aanbieden om de sensorische integratie te verbeteren en het kind te helpen bij het ontwikkelen van effectieve coping-strategieën. Bij de behandeling door een sensorisch integratiespecialist staan de specifieke problemen van het kind centraal, waarbij wordt aangesloten op het ontwikkelingsniveau van elk kind. Samen met het kind en de ouders wordt gekeken hoe het kind beter om kan leren gaan met prikkels. Daarnaast worden adviezen gegeven om zo structuur te bieden aan het kind. Bent u in de omgeving van Schaijk op zoek naar een sensorisch integratiespecialist? Dan bent u bij Kinderfysiotherapie Hidding aan het juiste adres.
Zintuigwerking & sensorische integratieproblemen
Iedereen heeft vijf zintuigen die bij iedereen bekend zijn: reuk, gehoor, smaak, tast en zicht. Via deze zintuigen krijg je informatie binnen. Er zijn ook nog drie minder bekende zintuigen die ook een hele belangrijke rol spelen: de informatie uit spieren/gewrichten, het evenwichtsgevoel en de informatie uit inwendige organen. Deze drie zintuigen geven informatie over ons eigen lichaam. De hersenen zorgen ervoor dat alle sensorische informatie verwerkt wordt. Bij kinderen met sensorische integratieproblemen werken de zintuigen niet altijd goed samen. Zo kunnen prikkels minder sterk binnenkomen, of juist sterker. Dat kan invloed hebben op het gedrag van het kind, op het leren op school of op de motorische ontwikkeling. Een kind kan met een enorme inspanning en concentratie misschien wel alle taken uitvoeren, maar dit is niet altijd een automatisch proces. Op school kan het voor sommige kinderen lastig zijn om stil te blijven zitten op een stoel en ook nog netjes te moeten knippen of kleuren. Het komt dan regelmatig voor dat het kind niet meer goed weet wat de juf of meester heeft verteld.
Iedereen heeft vijf zintuigen die bij iedereen bekend zijn: reuk, gehoor, smaak, tast en zicht. Via deze zintuigen krijg je informatie binnen. Er zijn ook nog drie minder bekende zintuigen die ook een hele belangrijke rol spelen: de informatie uit spieren/gewrichten, het evenwichtsgevoel en de informatie uit inwendige organen. Deze drie zintuigen geven informatie over ons eigen lichaam. De hersenen zorgen ervoor dat alle sensorische informatie verwerkt wordt. Bij kinderen met sensorische integratieproblemen werken de zintuigen niet altijd goed samen. Zo kunnen prikkels minder sterk binnenkomen, of juist sterker. Dat kan invloed hebben op het gedrag van het kind, op het leren op school of op de motorische ontwikkeling. Een kind kan met een enorme inspanning en concentratie misschien wel alle taken uitvoeren, maar dit is niet altijd een automatisch proces. Op school kan het voor sommige kinderen lastig zijn om stil te blijven zitten op een stoel en ook nog netjes te moeten knippen of kleuren. Het komt dan regelmatig voor dat het kind niet meer goed weet wat de juf of meester heeft verteld.
Voorbeelden van sensorische integratieproblemen
- Overgevoeligheid door slechte informatieverwerking, zoals moeite met haren kammen, tandenpoetsen, en draaierigheid op een schommel.
- Irritatie door lawaai of fel zonlicht.
- Angst voor hoogtes, wat resulteert in minder klimmen en klauteren dan leeftijdsgenoten.
- Angst voor gymles of zwemles.
- Snel overstuur/huilen of last van explosieve buien.
- Niet goed tot werken komen of snel afgeleid zijn.
- Steeds in de weer zijn, moeilijk stilzitten, bewegingsonrust.
- Snel vermoeid of snel misselijk.
- Angst voor hoogtes, klimmen, draaien of schommelen.
- Een afwezige of dromerige indruk maken.
- Gevoeligheid voor labeltjes of naadjes in kleding.
- Afkeer tegen tandenpoetsen en haren wassen/kammen.
- Geen gevaar zien en overal op af gaan.
- Veel schrikken van (hard)geluid of de handen voor de oren doen.
- Moeilijk inslapen en/of slecht doorslapen.
- Ander gedrag op school of bij thuiskomst van school.
- Veel grondcontact zoeken, expres laten vallen of graag op de grond werkjes maken.
Heb je een vraag?
Via het onderstaande formulier kun je gemakkelijk al je vragen stellen. Ik neem zo snel mogelijk contact met je op.